Eindelijk heb ik tijd om mijn hobby uit te leven. We zijn bezig onze tuin duurzaam te maken: er is een wadi gekomen, een takkenril, stapelmuurtjes, insectenverstopplaatsen, blotevoetengras, regenwateropvang, inheemse beplanting en verrijkt bodemleven. De afgelopen weken heb ik elke vrijdagmiddag meegewerkt met de hoveniers. Scheppen, kruien, sjouwen en graszoden steken: na uren in de buitenlucht is je rug gebroken en je hoofd leeg. Het klinkt raar, maar het is genieten.

Het werk van de specialisten zit er bijna op, maar voor ons is er nog veel te doen. Dat is een welkome afleiding nu we overspoeld worden door verontrustend nieuws en corona steeds minder een onschuldig griepje en een ver-van-mijn-bedshow blijkt. De afgelopen week hebben we een nieuw houthok getimmerd, de schutting gebeitst en stapstenen geplaatst.

Bij mijn vriend is een onschuldig lentevirus toegeslagen: hij heeft het plan opgevat de schuur op te ruimen. Dat is nodig ook: overal staan spullen en op het werkblad ligt gereedschap en toebehoren hoog opgetast.

Het is niet zijn eerste poging en hij gaat als vanouds te werk: grondig. En zonder plan. Eerst heeft hij alle spullen naar buiten gedragen en het terras volgebouwd. Vervolgens moet alles weer naar binnen, op zoek naar een goed plekje.

schuurtjeNa een paar uur werken hoor ik hem zuchten. Zelf ben ik ook in de tuin, maar tot nu toe heb ik me verre van adviezen gehouden. Bij een opruimklus moet je een man niet storen, is mijn ervaring. ‘Moet de organizer even komen kijken?’ vraag ik nu. Geen antwoord. Even later ga ik toch en… ja hoor.

De vloer is schoon. De nieuwe zelf getimmerde ladenkast is perfect ingericht. En tegen de magnetische strip hangt een deel van het gereedschap te glimmen. Maar de werkbank ligt weer vol met rommel, pardon, klusspullen. Afgedankt gereedschap dat mijn vriend niet kan loslaten. Onvoltooide projecten. Materiaal voor je-weet-nooit. En zeker drie halflege opbergartikelen die allemaal net niet aan de behoefte voldoen. Er is simpelweg geen plek voor het hele rariteitenkabinet.

Uit mijn allereerste boek over organizen leerde ik dat een opruimklus uit vier fasen bestaat: sorteren, afdanken, plek toewijzen en inruimen. Mijn vriend heeft al deze stappen dwars door elkaar gezet zonder vooraf te bedenken wat hij tegen zou komen. Bovendien heeft hij de tijd chronisch onderschat. Het is sneu dat hij dat eerst moest ervaren, maar het heeft één voordeel: hij is rijp voor advies en accepteert hulp.

Een kolfje naar mijn hand, vooral nu 😎.

Wat ben jij aan het doen in je onverwacht lege weekenden? Uit de berichten over rijen voor de milieustraat maak ik op dat veel meer mensen aan het opruimen zijn geslagen. Het is een goed idee, al kunnen we het ritje naar de stort omwille van de drukte beter even uitstellen. Pak het in elk geval in fasen aan:

Sorteren, afdanken, plek toewijzen, inruimen  

En plan er dus ruim de tijd voor in! Dat de meesten van ons daar nu eindelijk genoeg van hebben, is het twijfelachtige voordeel van de coronacrisis.

Vaker tips ontvangen? Abonneer je op de Timemanagementtip van de week. Of lees Het ABC van plannen, organiseren en optimaliseren.