Time in a box

Soms is het noodzakelijk een beetje extra druk op de ketel te zetten. Bijvoorbeeld tijdens een vergadering of bij het opzetten van een project. Je kunt bijvoorbeeld een tijdbewaker aanwijzen of een harde deadline meegeven. Daarmee creëer je de juiste focus en een gezamenlijke drive om tot een snelle oplossing te komen. Deze timemanagementtechniek wordt ook wel timeboxing genoemd. Bij Time box management gaat het erom dat je het werk binnen een beperkte tijd realiseert. Het eindresultaat is dus minder belangrijk. Dat helpt vooral als je de neiging hebt tot perfectionisme of uitstelgedrag, veel tijd nodig hebt om met ideeën te komen of als je gebonden bent aan een strikte tijdslimiet.

Time in a box2012-06-18T09:30:45+02:00

Denken is doen

Heb je vandaag moeite om op dreef te komen, of ben je duf van het weekend? Als je in bent voor een experimentje, krijgen we je misschien op gang. Psychologen hebben namelijk aangetoond dat je gedrag beïnvloed wordt door je gedachtes. Richt je je gedachten bijvoorbeeld een poosje op secretaresses, dan associeer je dat beeld onbewust met bepaalde kenmerken, bijvoorbeeld ‘snel’ of ‘georganiseerd’. Zonder dat je er erg in hebt, krijg je de neiging dit gedrag te imiteren. Denk dus niet aan je bed, of dat spannende boek waarin je bezig bent, maar aan die superefficiënte collega, die geweldige work-out van vorige week of aan de cursus snellezen die je laatst hebt gevolgd. Actie, actie!

Denken is doen2012-05-07T17:53:02+02:00

Chaostheorie

Jij laat je niet gek tikken door grote stapels papier op je bureau. Globaal weet je best waar alles ligt. Je papieren ordenen? Onzin! Maar reken nu eens mee. Stel, je hebt een stapeltje van vijf documenten. Statistisch gezien kunnen die op maar liefst 120 verschillende manieren op elkaar liggen. Als je ze niet sorteert, ontstaat er tijdens het gebruik dus telkens een klein verschil in volgorde. Zo blijft het gokken welke document waar ligt. Leg je ze wél op datum of thema, dan blijft de chaos binnen de perken. Je moet er dan wel op letten dat je deze volgorde consequent aanhoudt. Bij tien stukken zijn er al meer dan drie miljoen mogelijke volgordes. En bij stápels wordt het inderdaad gekkenwerk om iets te vinden. Ordenen is dus echt geen verspilde moeite!

Chaostheorie2012-04-27T13:21:26+02:00

Trigger je brein

Je staat te douchen en herinnert je plotseling dat je de container nog moet buitenzetten. Al repeterend ‘container buiten zetten, container buiten zetten’ stap je uit de douche. En toch denk je even later vaak: ‘Ik moest iets doen, maar wat?’. Het lastige van je geheugen is dat er heel veel informatie in wordt opgeslagen, maar dat je die vervolgens niet op commando op kunt roepen. En sommige details komen sowieso nooit in je geheugen terecht. Dit worden slechts even vastgehouden in je werkgeheugen en na enkele seconden rigoureus opgeruimd. Zo wordt niet alleen de informatie verwijderd over de plek waar je eergisteren je rugzak neer liet vallen, maar ook waar je hem gisteravond liet. Hoe onthoud je dan dat je de container moet buiten zetten? Daar is een truc voor: schakel andere zintuigen in. Visualiseer bijvoorbeeld dat je de container buiten zet of stel je het geluid voor dat de container maakt. Wil je meerdere dingen onthouden, breng ze dan in verband met elkaar. Bijvoorbeeld: ‘M’n container moet onder de bomen en m’n colbert moet ik stomen’. Het grappige is dat je zo veel meer kunt onthouden.

Trigger je brein2011-11-22T10:11:09+01:00

Tijdsbesef

Het is merkwaardig dat een heleboel mensen niet weten hoeveel tijd ze eigenlijk aan hun werkzaamheden kwijt zijn. Lastige onderwerpen voelen bijvoorbeeld als zeer tijdsintensief, maar blijken dat niet te zijn. Simpele klussen die weinig energie kosten, kosten juist wel veel tijd. Een tijdlogboek met alle activiteiten en de bijbehorende tijdsinvestering biedt inzicht in je werkgedrag en helpt taken realistischer inschatten. Een lastige klus waar je anders dagenlang tegenaan liep te hikken, blijkt dan slechts een kwestie van een half uurtje doorbijten.

Tijdsbesef2011-11-08T14:24:44+01:00

80/20-regel

Je hebt misschien wel eens gehoord van de 80-20-regel van Pareto. Deze Italiaanse econoom stelde dat 80% van de resultaten wordt veroorzaakt door maar 20% van de inzet. Zo was in zijn tijd 80% van het vermogen in het bezit van 20% van de bevolking. Dit aardige principe laat zich goed vertalen naar je eigen situatie. Laten we bijvoorbeeld stellen dat je 20% van je bezittingen 80% van de tijd gebruikt. De andere 80% van je bezittingen gebruik je dan 20% van de tijd. Het zou zomaar kunnen, niet waar? Op die resterende 80% is wellicht nog een tweede principe van toepassing: 10% hiervan gebruik je nooit. Deze bezittingen staan uitsluitend in de weg: in de garage, op zolder, onder het bed, in de kelder. Wat denk je, klopt het?

80/20-regel2011-11-04T11:43:01+01:00

Haastziekte

Larry Dossey, een Amerikaanse psycholoog, introduceerde in 1982 de term ‘time-sickness’: steeds sneller willen gaan omdat je denkt dat de tijd opraakt en er niet genoeg van is. Maar de ‘haastziekte’ bestaat al veel langer. Sinds de uitvinding van de mechanische klok en de Industriële Revolutie maakt de mensheid zich zorgen over al dat gehaast. In 1881 dacht men zelfs dat je je haar zou verliezen als je te gehaast door het leven ging. In de eeuwen daarvoor waren minuten en seconden niet belangrijk. Ja, vanaf de 17e eeuw droegen steeds meer mensen horloges, maar dat waren vooral technische snufjes om mee te pronken. Bovendien wees elk klokje een andere tijd aan. Een uniforme tijd bestond niet. Sterker nog, nog maar honderdvijftig jaar geleden had vrijwel elke plaats in Nederland een lokale tijd, die werd afgemeten aan de stand van de zon. Daarnaast was er de Amsterdamse tijd, die werd gebruikt door de spoorwegen en de radiozenders. Die Amsterdamse tijd liep twintig minuten vóór op de Greenwich Mean Time (GMT). Tijdens de bezetting gold in Nederland de Duitse tijd (GMT+1:00) en dat is daarna altijd zo gebleven. Pas sinds 1940 lopen de klokken in heel Midden-Europa dus gelijk. Misschien wel [...]

Haastziekte2011-11-01T11:11:06+01:00

95/5-principe

Gedragswetenschappers menen dat wij mensen ons maar voor maximaal vijf procent bewust zijn van ons handelen. De overige 95 procent komt automatisch en onbewust tot stand dankzij een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag. Lopen, ademen en tandenpoetsen zijn daar voorbeelden van, maar ook autorijden, iemands toon interpreteren of een gesprek voeren. Je gedrag veranderen kost veel energie en het kan alleen op basis van echte motivatie. Toch is gedragsverandering in het bedrijfsleven een soort lapmiddel voor alle mogelijke kwalen. Tal van trainingen en workshops gaan over het verbeteren van vaardigheden of het inslijpen van nieuwe gewoontes. Inspirerend, dat zeker. Goed voor de teamspirit? Ook. Maar werkelijk effectief? Dat hangt er maar helemaal vanaf of jij erin slaagt dat onbewuste, niet zo wenselijke gedrag in je bewuste zone te krijgen om er vervolgens dag in, dag uit aan te sleutelen. Dan blijkt ineens hoe lastig gedragsverandering is. Laat verandering dus geen dogma worden.

95/5-principe2011-10-31T15:21:50+01:00

SMART

Je hebt misschien wel eens gehoord van SMART. De letters staan voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Tijdgebonden en Realistisch. De SMART-methode wordt gebruikt als ‘checklist’ om bruikbare doelen te formuleren. Een SMART geformuleerde doelstelling omschrijft een concreet en meetbaar doel (bijvoorbeeld: het verhogen van de verkoop van webcams voor de horeca), heeft een kwantitatief element (1.000 exemplaren meer verkopen) en een begin- en een eindtijd (tussen 1 juli 2009 en 1 juli 2010). Bovendien is het een realistisch doel (de markt is groot genoeg) en acceptabel (met de huidige verkoopafdeling is het te realiseren). Niet alle doelen zijn geschikt om SMART te formuleren. Ontwikkelingsdoelen zijn bijvoorbeeld minder goed meetbaar en bevatten geen kwantitatief element. Een kwestie van uitproberen dus.

SMART2011-10-31T11:35:59+01:00

Multitasken

Het woord multitasken werd oorspronkelijk gebruikt in de ICT voor de methode om één processor meerdere taken tegelijkertijd te laten uitvoeren. Kunnen wij mensen dat ook? Ja, soms is het inderdaad mogelijk om meerdere zaken tegelijk te doen: eten en luisteren, telefoneren en tegelijkertijd de planten water geven. Als een van de handelingen automatisch gaat, kan multitasken best! Maar als het taken zijn waarbij je na moet denken, krijgt geen enkele taak de benodigde kwaliteit. Want je kan niet én aan de telefoon naar een collega luisteren én tegelijkertijd een offerte voor een klant opstellen. Je hersenen zijn namelijk niet gewend om simultaan te werken: het kán wel, maar het vergt enorm veel oefening of een briljante geest. Door te multitasken houd je het natuurlijk wel spannend voor jezelf. Tja, wat vind je belangrijker: één (saai) ding goed doen of meerdere dingen half?

Multitasken2011-10-31T10:06:24+01:00
Ga naar de bovenkant