Voor een eigen archief op je computer kun je volstaan met drie basismappen:

1. Werkarchief. Voor actuele mappen: de projecten waar je nú mee bezig bent.
2. Referentiearchief. Dat is je bibliotheek: hier bewaar je achtergrondgegevens, budgetinformatie, evaluaties, verslagen die je soms nog raadpleegt etc.
3. Centraal archief. Hier zet je persoonlijke mappen en bestanden die je echt wilt bewaren: notulen, voltooide projecten waaraan je zelf hebt gewerkt, rapporten enzovoorts. Het mooie is dat je dit archief helemaal dicht kunt klikken, terwijl je toch weet dat je alles nog hebt.

Merk je dat je het archief echt nooit raadpleegt? Brand dan een cd’tje of zet de bestanden op een externe harde schijf. Helemaal deleten kan natuurlijk ook 🙂