Het woord ‘flow’ is geïntroduceerd door Mihaly Csikszentmihalyi, een hoogleraar aan de universiteit van Chicago. Hij was nieuwsgierig naar onze beleving van geluk en deed daar onderzoek naar. Csikszentmihalyi constateerde dat zijn proefpersonen zich lang niet altijd bewust waren van hun geluksgevoelens. Zo kwam hij tot het inzicht dat er een gelukstoestand bestond die nog nooit was beschreven: flow.
Flow is een toestand waarin je sterk geconcentreerd werkt aan een taak die een beroep doet op je vaardigheden, maar die tegelijkertijd ook een uitdaging vormt. Het hangt nauw samen met actief bezig zijn. Je voelt je vol zelfvertrouwen en hebt een helder beeld van wat je wilt bereiken en hoe. De omgeving doet er niet meer toe en de tijd – die ben je helemaal vergeten.
Flow is niet te sturen – het overvalt je zonder dat je ernaar op zoek bent. Bijvoorbeeld op de fiets, bij het typen van de notulen of het organiseren van een project. Opmerkelijk genoeg ervaren mensen op hun werk vaker flow dan thuis. Heb je nooit flowervaringen op je werk, vraag je dan af:
• biedt je werk voldoende uitdaging?
• werk je omdat je het leuk vindt of omdat het moet?
• voel je je beknot in je vrijheid of kan je veel zelf invullen?
• kun je je goed concentreren of ben je snel afgeleid?
• krijg je opbouwende feedback van je leidinggevende?
• voel je je veilig op je werk – is de sfeer prettig?
Is het antwoord vaak ‘nee’, dan is de vraag of je wel helemaal tot je recht komt op je werk. Een verandering zal je dan wellicht veel goed doen.