Elke nanoseconde krijgen we miljoenen brokjes informatie te verwerken over onze omgeving. Die informatie komt binnen via het sensorisch of zintuiglijk geheugen. Daar wordt de informatie in enkele seconden gefilterd. Het meeste wordt verwijderd, maar dat wat voldoende belangrijk lijkt, komt in het kortetermijngeheugen. In de twintig minuten daarna ‘fabriceert’ dat een herinnering: het filtert de informatie opnieuw, bewerkt de gegevens, wist nog van alles en legt een relatie met bestaande kennis.
Of een brokje informatie in het langetermijngeheugen belandt, hangt onder andere af van de context, de herkenbaarheid van de informatie (past het bij iets anders) en de aandacht die je eraan schenkt. Eenmaal in het langetermijngeheugen is de herinnering niet per definitie toegankelijk. Maar hoe vaker je hem oproept, hoe makkelijker je erbij kunt.