Er staat een vervelend klusje op mijn takenlijst. Dat heb ik nu al een week of vijf voor me uitgeschoven. Ik maak mezelf wijs dat mijn toekomstige ik er wél de energie voor op kan brengen die mijn ‘huidige ik’ ontbeert. Ondertussen doe ik andere heel nuttige dingen om mijn schuldgevoelens te onderdrukken. Gestructureerd uitstelgedrag heet dat – ogenschijnlijk lekker druk, maar niet met die ene belangrijke taak!
De term ‘gestructureerd uitstelgedrag’ heb ik van John Perry, een Amerikaans filosoof die bekend staat als harde werker. In zijn boek over De kunst van het uitstellen bekende hij dat alleen maar zoveel gedaan krijgt dankzij uitstelgedrag.
‘De vervelendste taak stel ik zo lang mogelijk uit,’ zegt Perry, ‘in plaats daarvan doe ik iets anders wat minder lastig is. Totdat zich er een nog vervelender taak aandient. Dan ga ik die weer uitstellen.’
Uitstellers zijn dus helemaal niet lui, mocht je dat nog denken. Daarnaast is het nuttig om te weten dat er een onderscheid is tussen actieve en passieve uitstellers. Een ‘actieve’ uitsteller gebruikt een deadline als een positieve motivatie om aan de slag te gaan. Hij presteert het beste onder druk, en slaagt er meestal (net) in om zijn werk op tijd op te leveren. Tim Urban maakte er deze grappige TedTalk over, waarin overigens duidelijk wordt dat de kwaliteit er niet op vooruitgaat bij actief uitstellen!
Het moeilijkst hebben het de passieve uitstellers die ook bij een deadline niet in actie kunnen komen. Zij gaan echt gebukt onder hun uitstelgedrag en ervaren er de negatieve consequenties van.
Uitstelgedrag is een universeel probleem, maar hoe gaan we het nu te lijf? Daar hangt de tip van de week mee samen:
Oefen je in taakinitiatie
Taakinitiatie is precies het tegenovergestelde van uitstelgedrag: namelijk het vermogen om op tijd aan het werk te beginnen. Goed onthouden dus: voortaan heb je geen last van uitstelgedrag, maar alleen een beetje moeite met taakinitiatie ;-)!
Hoe oefen je met taakinitiatie?
Probeer als je een vervelende klus hebt eerst vragen van dit type te beantwoorden:
- Wat moet ik precies doen?
- Uit welke deeltaken bestaat dit?
- Wat heb ik nodig om te kunnen beginnen?
- Hoe kan ik het mezelf gemakkelijker maken?
- Wanneer moet het af zijn?
- Hoeveel tijd gaat dit me kosten?
- Wie zouden mij kunnen helpen?
Door je taak zo concreet maken, merk je vaak al dat het eigenlijk best meevalt, dat je het in je hoofd nogal groot hebt gemaakt. Ook zie je dat jouw taak eigenlijk uit brokjes bestaat. Trek aan één draadje en je komt bijna vanzelf al op gang. Heb je nog meer aanmoediging nodig, spreek dan af met een ‘aanpakker’ die je over de laatste drempels helpt. Of lees deze adviezen. En daarna onverwijld aan de slag!
PS: Vaker tips ontvangen? Abonneer je op de Timemanagementtip van de week.