Dat was lang geleden. Ik was op de fiets gestapt om een paar kleine boodschappen te doen. Terwijl ik zonder veel gedachten van A naar B naar C trapte, merkte ik ineens dat mijn brein aan het dwalen was langs de aandachtsgebieden van die dag. Een heldere ingeving lag aan het randje van mijn bewustzijn zonder dat ik er ook maar iets voor hoefde te doen. Ach ja, dat had ik vroeger vaak, dat vrije, moeiteloze associëren.

Maar de laatste tijd niet meer. Het leek eeuwen geleden dat mijn default mode network – zoals neuropsychologen het brein in rusttoestand ook wel noemen – het stuur even van me over had kunnen nemen. Wat had ik mijn brein de laatste tijd eigenlijk weinig zijn (of haar gang) laten gaan! Niet omdat ik het drukker had dan anders. Nee, ik had het anders druk.

functioneel fietsenDe coronacrisis was daar debet aan. Door het ontbreken van functionele verplaatsingen (de talrijke auto-trein-fietstochtjes van huis naar klant en klant naar huis) ontbrak ook de ruimte voor dagdromerij en de talrijke creatieve invallen die daarmee doorgaans gepaard gingen.

En hoewel ik na de lockdown braaf was blijven hardlopen, kwam er van andere vormen van beweging minder terecht. Daardoor was mijn lijf minder moe, en mijn brein, overstelpt door visuele prikkels, des te meer. Even ontkoppelen van al die input: het kwam er steeds minder van.

Dat komt precies overeen met onderzoek van Jerome L. Singer, de grondlegger van het onderzoek naar dagdromerij. Hij vond dat naarmate de taakbelasting groeit, de mentale dwalerij afneemt. Terwijl die juist zeer behulpzaam kan zijn bij het verwerken van informatie.

Dagdromerij is namelijk zeker niet altijd zo nutteloos als wordt gedacht. Singer onderscheidde drie vormen die ik hier zeer vrij vertaal:

  • Positief constructief dagdromen, waarbij fantasie en creativiteit tot uiting komen of je, dankzij een zekere incubatietijd, spontaan verbanden en oplossingen ziet
  • Rumineren, dat gekenmerkt wordt door zorgelijk-angstig denken met veel repeterende, moeilijk te doorbreken gedachten
  • Zwakke beheersing van aandacht, waardoor afleiding makkelijk door je aandachtsfilter breekt als je je probeert te concentreren

Uit onderzoek blijkt dat je brein maar liefst 47 procent van je ‘wakkere’ tijd aan het dwalen is. In welke vorm, dat hangt deels af van je persoonlijkheid, al schijn je dat wel een beetje te kunnen sturen door jezelf bewust te ontkoppelen na hard denkwerk.

Mijn persoonlijk vermogen tot dagdromerij is in elk geval gekoppeld aan beweging. Daarom heb ik mezelf voorgenomen om me dan maar wat vaker dysfunctioneel te gaan verplaatsen ;-). Al was het maar omdat de ‘Tip van de week’ zich dan zoveel gemakkelijker laat schrijven. Menig idee voor een tekst vormde zich in ongestuurde momenten. Probeer het ook eens:

Geef je brein de kans om af te dwalen  

Dat kun je natuurlijk op allerlei manieren doen, als je maar alleen bent en je je brein niet belast. Tijdens simpele activiteiten zoals strijken, fietsen, onkruid wieden en wandelen maak je de meeste kans dat het dagdroomnetwerk aan de gang gaat. Ik wens je toe dat je daar net als ik veel vruchten van zal plukken. Zeker nu.

Vaker tips ontvangen? Abonneer je op de Timemanagementtip van de week. Of lees Het ABC van plannen, organiseren en optimaliseren.