Je hersenen zijn altijd op zoek naar manieren om gedrag te automatiseren. Er ontstaat dan een ‘geheugenspoor’ tussen de zenuwcellen. Hoe vaker je bepaald gedrag vertoont, hoe dieper het geheugenspoor en hoe gemakkelijker (en onbewuster) dit gedrag gaat. Zo’n automatisch pad wordt niet alleen gebruikt voor gedrag, maar ook voor gedachtes en overtuigingen. Heb je bijvoorbeeld de neiging veel te piekeren, dan schiet je dus steeds sneller in de ‘piekermodus’.
Je kunt ook bewust nieuwe automatismen creëren. Die moet je dan wel vaak herhalen voor je van een automatisme kunt spreken. Onderzoek toont aan dat het minstens zes weken duurt voordat een nieuw geheugenspoor enigszins ingesleten is. Lukt het creëren van een gewoonte niet meteen, geef dan niet te snel op. Reeds bestaande geheugensporen kun je activeren, en hoe vaker je dat doet, hoe gemakkelijker het gaat.