Het lijkt wel of we nooit genoeg tijd hebben. Maar door al dat gejakker zijn we verleerd om van de tijd te genieten als er eindelijk een periode van rust aanbreekt. Al snel slaat de verveling en de lamlendigheid toe. Een gevoel van leegte, eenzaamheid en zelfs schuldgevoel over de verkwiste uren maakt zich van ons meester.
‘Tot in de laatste hersenkronkel hebben we verinnerlijkt dat alleen gevulde tijd goed bestede tijd is,’ schrijft Stefan Klein in zijn boek Tijd. Een gebruiksaanwijzing.

Inderdaad. Tijdverspilling, dat is pas écht zonde, vinden we. En zo gaan we zelfs in onze vrije uren nog op zoek naar een zinvolle tijdsbesteding.